De tijd breekt weer aan dat jongens en meisjes hun Eerste Heilige Communie doen. Niet meer zo massaal als vroeger en op een andre manier voorbereid: werkgroepen en ouders hebben de taak van de school overgenomen. Het voor de eerste keer communie-doen gebeurde vroeger op elf- of twaalfjarige leeftijd, op het eind van de lagere school. In heel de stad gebeurde dat op dezelfde dag. Ook toen speelde de middenstand daar al op in: bij de confisseurs en de bakkers werd fraai gebak in de etalage tentoongesteld. Bij de winkel van de koek- en banketbakkerij De Klok op de hoek van de Vughterstraat en de Postelstraat werden omtrent de eeuwwisseling voor de plechtigheid honderden taarten besteld: 'meestal verwerkt in piramides van 6 á 7 taarten op elkaar, met op de bovenste of 'n bouquet gemaakte bloemen, ofwel een bruidje of 'n bruidegom; sommige piramides bestonden uit slechts enige schijven gebak, waarop een tempel van gebrande nougat, waarbinnen 'n bruidje of 'n bruidegom geplaats werd'. Maar ook kleinere gebakjes werden met duizenden besteld. Gekleurde snippersTevoren ook was het hele huis in feeststemming gebracht. De binnenmuren van de arbeidershuizen waren opnieuw gewit en het onderste deel geteerd. Schragen waren tevoorschijn gehaald om een grote tafel van te maken. Stoelen werden bij de buren geleend. De straten waren geschrobd en bestrooid met wit zand en gekleurde papiersnippers. Maar eerst moest er natuurlijk naar de kerk gegaan worden...Goed voorbereid door nonnen en fraters zaten de bruidjes en de bruidegommen (zo werden de jongens genoemd) in nette kleren vooraan in de kerk. Gadegeslagen door een bomvolle kerk gingen ze voor het eerst naar de communiebank, begeleid door wierook en bel-gerinkel of met korte tikken van een leerkracht op een kerkbank. Dit alles was natuurlijk vele malen gerepeteerd. Na afloop van de kerkelijke plechtigheden (hoewel: 's middags was er nog een Heilig Lof) ging men naar huis. Daar wachtten bruidjes uit de straat en broers en zussen de communicant op en werd er met papiersnippers of zilverpapier gestrooid. De feestelijk versierde koffietafels wachtte eveneens. Naast allerlei broodjes, krentenbollen, tulband, beschuit en gabak prijkte daar de gote communietaart of 'piramide'. Na het eten volgde 'de visite'. Met een bezoek van de pastoor of een van de kapelaans was men bijzonder vereerd; ook de leerkracht mocht niet ontbreken. De buurtbewoners en leveranciers lieten zich zien en de familie ontbrak natuurlijk niet. Iedereen bracht voor het communicantje een cadeau mee: een bijbeltje, een kerkelijk leesboek, een rozenkrans of 'een dejeuneetje'. Het waren meestal cadeautjes die verband hielden met de feestdag. De feestdag duurde lang. Want na de koffie kwam de drank. En als 's avonds het communicantje in bed lag werd er nog lang 'getoost' op de feestelijke gebeurtenis. Dan hing het communiejurkje al lang opgeborgen in de kast, om weer tevoorschijn te komen als de pastoor bruidjes nodig had om een processie of andere kerkelijke gebeurtenissen op te luisteren. |